Het hart (Vakblad Dierenhulpverlening)

In de EHBO artikelen over ademhaling, pols en temperatuur heb ik de normale hartfrequentie al besproken en een paar oorzaken van een te lage of te hoge pols. In dit artikel ga ik graag nog wat verder in op hartproblemen en hoe je deze als dierenhulpverlener mogelijk kan herkennen.
Als je een dier in slechte toestand aantreft, controleer het dan eerst op bloedingen, vervolgens  ademhaling, de pols, temperatuur, slijmvliezen en in het geval van een hond kan de CRT gecontroleerd worden. Bij pijn en stress zal de ademhaling en de pols vaak verhoogd zijn. Mocht er medische zuurstof beschikbaar zijn, dan is het altijd goed om dit voor de snuit of het verblijf van het dier te laten stromen.
Indien de pols onregelmatig is, te hoog of te laag kan dit duiden op een hartprobleem. Dat kan een tijdelijk hartprobleem zijn door een vergiftiging of bloedverlies bijvoorbeeld of het kan zelfs de oorzaak zijn dat het dier in de problemen is gekomen. Mocht je de beschikking hebben over een stethoscoop (of beter nog, schaf er eentje aan), beluister dan het hart bij een afwijkende of onregelmatige pols. Het hart beluisteren en er iets zinnigs over zeggen lukt je niet in één keer. Maar oefening baart kunst, dus als jij een stethoscoop hebt, en je regelmatig naar het hart van jouw huisdieren en naar je eigen hart luistert, zal je er geoefend in worden. Je zal ontdekken dat er twee korte doffe tonen vlak achter elkaar zijn per hartslag, en als het goed is, geen blaasgeluid. Hoor je wel een naast de twee korte doffe tonen een blaasgeluid, dan is er sprake van een hartruis.

 

Hartruis
Een hartruis komt door een turbulentie (=werveling) van de bloedstroom in het hart. Deze hoor je met een stethoscoop en kan qua duur en intensiteit verschillen. Echter kan je op basis van de duur en intensiteit van het geluid weinig zinnigs zeggen of het hier om een functioneel hartprobleem gaat of dat het hartruis ongevaarlijk is. Een hartruis horen zegt ons dus dat er een turbulentie van de bloedstroom in het hart is, om inzicht te krijgen of dit om een functioneel probleem gaat, moet er een echo van het hart gemaakt worden door een gespecialiseerde dierenarts. Daar wordt de bloedstroom door het hart in beeld gebracht als kan er gemeten worden of er sprake is van kleplekkage.
Tussen de boezems en de kamers (=instroom) van het het hart en naar de aorta en longslagader (=uitstroom) zitten kleppen die de terugstroom van het bloed tijdens de hartslagen moeten voorkomen. Als het bloed een andere samenstelling heeft door bloedverlies of bloedarmoede bijvoorbeeld of als de pols heel erg hoog is door pijn of stress kan dit een tijdelijke hartruis geven. Als er lekkage is van de hartkleppen zal de ruis bij elke hartslag te horen zijn en is het verstandig om uit te zoeken of het om een functioneel probleem gaat door een echo van het hart te laten doen. Een hartruis is dus geen ziekte maar een bevinding die kan duiden op een probleem maar ook gevaarlijk kan zijn.

Hartfalen en oedeem
Als er sprake is van hartklep-lekkage dan zal het hart het zwaar krijgen, er wordt dan namelijk bloed door de lekkage heen gepompt. Dat kost extra kracht en het hart zal hierdoor meer spiermassa (=hypertrofie) krijgen. Dat klinkt goed, een sterker hart, maar door de toename aan spiermassa zal het hart een andere vorm krijgen, waardoor er vaak nog meer lekkage van hartkleppen zal ontstaan en het hart nóg harder moet werken. Dit is een neerwaartse spiraal en uiteindelijk tot hartfalen (=decompensatie) lijden. Bij hartfalen is de pompfunctie van het hart ernstig verstoord, er komt er te weinig zuurstof bij de weefsel aan en er zal vocht  in de buikholte, de ledematen en de longen achterblijven. Bij een functionerend hart, wordt dit weggepomt door maar nu hoopt het op. Dat opgehoopte vocht noemen we oedeem, de poten worden vaak dikker, en als je erin drukt blijft er een putje achter wat pas na een paar seconden zich weer vult. De buik is vaak dikker door het vocht en het meest gevaarlijke is het vocht in de longen. Dieren met vocht in de longen zijn in feite aan het verdrinken op het droge. Ze worden kortademig, hebben een snelle, oppervlakkige en soms pruttelende ademhaling. Honden hoesten vaak ook heftig bij vocht in de longen.
Houd dieren met deze klachten rechtop, dan kunnen de longen zich het beste ontplooien en geef ze extra zuurstof indien aanwezig. Om stikken of verdrinken te voorkomen is het zaak dat dieren met hartfalen zo snel mogelijk behandeld of ingeslapen worden door een dierenarts.

Oorzaken hartproblemen
Hartproblemen kunnen erfelijk én aangeboren zijn, er zijn bepaalde rassen zoals de King Charles Cavalier Spaniel en de Britse Korthaar waar hartproblemen erg veel voorkomen. Hartproblemen kunnen ook tijdens het leven ontstaan, als een gebitsontsteking bijvoorbeeld lang aanwezig is, dan kunnen bacteriën in de bloedbaan komen en de hartkleppen aantasten. Bij kleplekkage komen er verkeerde krachten op de hartkleppen te staan en kunnen de peesjes waarmee ze vast zitten, scheuren en dat geeft weer meer lekkage en meer hypertrofie van het hart. Hartaanvallen en het fibrilleren van het hart zoals bij mensen veel voorkomt zien we gelukkig weinig bij dieren. Een AED of defibrillator voor mensen werkt dus ook niet bij dieren.

Ondersteuning
Beluister veel harten en laat bij een ruis of twijfel hierover het dier door een dierenarts onderzoeken. Een hartecho geeft dus pas een goed beeld of een hartruis ook een functioneel probleem voor het hart is, en dan kan er de juiste medicatie gegeven worden. Bij een benauwd dier of verdenking van een hartprobleem kan er dus altijd zuurstof gegeven worden.

Deze EHBO artikelen zijn geschreven door Piet voor het Vakblad Dierenhulpverlening van Stichting DierenLot, via deze link zijn de Vakbladen Dierenhulpverlening te lezen.