Bulten en tumoren bij dieren (Vakblad Dierenhulpverlening)

Tumor is een Latijns woord wat letterlijk vertaald “zwelling” betekent. In de medische wereld wordt de term tumor meestal gebruikt als er sprake is van kanker. Met vaak de toevoeging goedaardig of kwaadaardig. Hoe zit het nu met tumoren, wanneer moet je je zorgen maken, welke tumoren moeten met spoed behandeld worden en wat zijn de risico’s van afwachten?

Goedaardig of kwaadaardig
Bulten en tumoren bij dieren. Goedaardig of kwaadaardig klinkt als zwart-wit, maar helaas zit er een groot grijs gebied tussen. De indeling in goedaardig of kwaadaardig wordt meestal gemaakt op de kans op uitzaaiingen en of een tumor agressief in weefsels groeit of ziekte geeft. In sommige gevallen kan een goedaardige tumor wél levensbedreigend zijn en soms is een kwaadaardige dat niet.
Een goedaardige tumor in de hersenen bijvoorbeeld die hormonen aanmaakt of belangrijke delen van de hersenen belemmert kan schadelijker zijn dan een kwaadaardige tumor in een teentje, mits het teentje op tijd geamputeerd wordt.
Wratjes zijn goed voorbeeld van een goedaardige tumor, deze worden vaak door een virus veroorzaakt en zullen zelden klachten geven. Bottumoren, longtumoren en lymfomen (witte bloedcel tumoren) zitten eigenlijk altijd in de kwaadaardige hoek en zullen meer klachten en ziekte geven.

Eerste keuze bij tumoren – chirurgie
Als een dier een onverklaarbare dikte of tumor heeft, dan is het verstandig om dit ruim weg te halen en te laten onderzoeken door een patholoog. “Ruim weghalen” is bij voorkeur 2 cm op-het-oog-gezond-weefsel in alle richtingen weghalen en deze snijvlakken laten onderzoeken op tumorcellen. Daarnaast zal de tumor zelf onderzocht worden en getypeerd.
Snel opereren en ruim wegnemen is dus een veilige manier om meer ziekte te voorkomen. Maar de marge van 2 cm omsnijden kan niet altijd gehaald worden en voor sommige tumoren is het wegnemen belastender en een groter risico voor het dier dan de tumor zelf.
Er moet dus altijd een afweging gemaakt worden door de dierenarts en het baasje wat de beste optie voor het dier is, en vaak weet je pas achteraf of dit de juiste keuze was.
Naast opereren kan je dus ook afwachten (zeker als het om goedaardige tumoren gaat) en er zijn ook mogelijkheden voor chemotherapie en bestraling bij huisdieren.

Verdere behandeling – chemotherapie en bestraling
Bulten en tumoren bij dieren. Chemotherapie is bij een virale vorm van kanker bij honden (Canine Transmissible Venereal Tumor) en bij een bepaald type lymfoom bij katten een goede optie, en kan hier zelfs 100% genezing geven. Chemotherapie kan ook icm een operatie ingezet worden, dan is het vaak palliatief en zal de tumor er dus niet volledig mee weggaan.
Bestraling kan bij bepaalde vormen van kanker ook ingezet worden, dit is vaak een aanvulling op chirurgie of wordt toegepast als chirurgie niet mogelijk is door de plek waar de tumor zit of door de grootte ervan. Bestraling is net als chemotherapie vaak palliatief en zal een tumor aanpakken, maar de tumor zal niet volledig weggaan.
Chemotherapie wordt bij dieren lager gedoseerd dan bij mensen, hierdoor zijn de bijwerkingen die mensen vaak hebben (misselijkheid, haaruitval, pijn) vaak minder aanwezig bij dieren. Als je huisdier chemotherapie ondergaat, dan zal je huisdier deze stoffen ook in de ontlasting, speeksel en huidschilfers uitscheiden, hier moet je rekening mee houden als er personen in je huishouden zijn met een slechte gezondheid of weerstand.

Meten is weten
Een dierenarts wil het volgende weten als er sprake is van een bult of tumor:

  • hoe groot is de dikte?

  • hoe snel groeit de dikte?

  • heeft het dier er last van?

  • welk type tumor is het?

  • zijn er uitzaaiingen?

De eerste twee vragen zijn gemakkelijk te beantwoorden door de dikte te meten, bij voorkeur met een schuifmaat. Als je dan de grootste lengte en grootste breedte opmeet en dit met de datum van het meten noteert, kan je dierenarts een goede inschatting maken van de groeisnelheid.
Als een dier last van een tumor heeft zal je sneller overgaan tot verwijderen, ook al is het een goedaardige tumor. Zo kan een wratje op de ooglidrand heftige oogklachten geven, dus ook al is dit een goedaardig wratje, is het wel verstandig deze snel weg te halen.
Het type tumor kan ingeschat worden door de plek van de tumor, hoe snel deze groeit, de leeftijd van het dier en hoe het er met het blote oog uitziet. Om zekerheid te hebben over het type tumor, is pathologisch onderzoek nodig. Dat kan op basis van een paar cellen die met naald uit de tumor gehaald worden, maar beter is het om een weefselbiopt te laten onderzoeken waar ook de samenhang tussen de cellen en het weefsel zichtbaar is.
Bij kleine tumoren kan er dan voor gekozen worden om de hele tumor meteen weg te nemen en te laten onderzoeken.
Met bloedonderzoek, röntgenfoto’s, echo’s en/ of scans (CT of MRI) kunnen er aanwijzingen voor uitzaaiingen gevonden worden, als die er zijn dan is het soms beter om een dier niet meer te opereren aan een tumor.

Risico op tumoren
Bulten en tumoren bij dieren. Het risico op tumoren van de melkklieren en het voortplantingsstelsel is terug te brengen door poezen en teven door hen op jonge leeftijd (<1,5 jaar) te steriliseren (technisch gezien is het castreren maar we noemen het steriliseren). Jonge dieren en erg oude dieren hebben vaak een minder goed weerstand en daar zullen goedaardige tumoren zoals wratten en epuliden meer voorkomen. Bij oudere honden zien we vaak vetbulten, dit zijn goedaardige woekeringen van het vetweefsel, als de bulten niet te groot zijn en de dieren er geen last van hebben niet weggehaald hoeven te worden. Oude honden hebben vaak een vergrote milt, dit komt meestal door goedaardige tumoren maar maakt zo’n milt wel broos en deze kan breken waardoor een hond in de buik kan verbloeden. Met een echo van de buik is de milt en structuur ervan goed in beeld te brengen. Bij oudere dieren zullen kwaadaardige tumoren ook vaker voorkomen.

Symptomen
Wat zijn nu signalen of symptomen van tumoren bij dieren? Dat varieert enorm maar de volgende klachten of symptomen kunnen een reden zijn om verder onderzoek naar kanker te doen:

  • een bult of dikte

  • mank lopen (wat niet herstelt met rust en/ of pijnstilling)

  • een niet genezend wondje

  • veel drinken (en plassen)

  • afvallen ondanks een goed eetlust

  • veel braken

  • veel diarree en/ of persen op de ontlasting

  • een bollere buik

  • bleke slijmvliezen

  • dikke lymfeknopen

  • ongelijke pupilgrootte links en rechts

  • plotselinge gedragsveranderingen

Bovenstaande lijst is verre van volledig maar dit moeten in ieder geval alarmbellen zijn, als dit je bij een dier opvalt is het de moeite waard om een afspraak bij je dierenarts te maken.

Ethiek
Helaas moeten ook veel dieren ingeslapen worden omdat ze tumoren hebben en de tumor niet volledig weg te halen is en het dier er last van heeft. Met tumoren weet je dan zo goed als zeker dat de last of pijn met de tijd erger wordt. Er zijn dan twee vragen van belang;

  • Kan het dier beter worden?

  • Lijdt het dier?

Als een dier niet beter kan worden én het lijdt dan is het de plicht van de dierenarts en het baasje of de verzorger om een dier verder lijden te besparen. Dat geldt eigenlijk altijd bij heftige kwalen bij dieren, maar zeker bij kanker.

Deze EHBO artikelen zijn geschreven door Piet voor het Vakblad Dierenhulpverlening van Stichting DierenLot, via deze link zijn de Vakbladen Dierenhulpverlening te lezen.