Mank lopen (Vakblad Dierenhulpverlening)

Wat is spoed bij mank lopen? En is dat spoed dat je direct naar een dierenarts moet of kan het eventueel wachten tot de volgende ochtend?
Het verlies van het gebruik van een ledemaat door bijvoorbeeld een breuk is zeer pijnlijk maar zelden hoge nood/ spoed. Met andere woorden, een dier zal er niet snel door overlijden, tenzij het om een open botbreuk (een botdeel steekt door de huid) of als het met veel bloedverlies gepaard gaat.

Mank lopen
Dieren kunnen pootjes breken, spieren en pezen verscheuren of verrekken, gewrichtskapsels beschadigen of bijvoorbeeld losse stukjes bot in een gewricht hebben waardoor ze één of meerdere poten minder goed kunnen gebruiken. Soms is het nog lastig te zien om welk pootje het gaat. Bij de voorpoten zal de kop naar beneden gaan als de goede poot neergezet wordt. Ze vallen dus als het ware op het goede pootje en zetten het slechte pootje zo kort mogelijk neer en leunen er amper op.
Bij de achterpoten zal je je bij een probleem zien dat de heup of bil van het goede pootje hoger lijkt dan van het slechte pootje, er wordt meer gesteund en meer gewicht gedragen door het goede pootje. Ook bij de achterpoten wordt het beschadigde pootje zo kort mogelijk neergezet en maakt het kortere passen. Pootjes die pijnlijk zijn om te gebruiken worden vaak ook wat buiten het lichaam gezet, ook om minder gewicht te hoeven dragen.
De meeste mankheden zijn kleine beschadigingen die vanzelf weer genezen, vergelijk het met een verstuikte enkel bij ons, het is vervelend en pijnlijk maar na een paar dagen loop je al weer bijna normaal. Als een dier één pootje minder belast (maar het dus wel nog neerzet) verder gewoon gedrag vertoont dan kan je het een dag aankijken, als het de dag erop dan verbeterd is, mag je verwachten dat vanzelf herstelt.
Als een dier een pootje totaal niet gebruikt en dus op drie poten loopt, dan kan er sprake zijn van een breuk of een verscheuring van een pees, spier of gewrichtskapsel en moet er een dierenarts naar kijken. Vaak kan dit wel tot de volgende dag wachten, bij twijfel is het uiteraard verstandig om het dier te laten controleren door een dierenarts.

Extra bewegelijkheid, pijnlijkheid en crepitatie
Als een pootje ergens buigt ergens waar geen gewricht zit, is er altijd sprake van een breuk of verscheuring van een pees, spier of gewrichtskapsel. Het pootje zal dan waarschijnlijk ook volledig ontzien worden en het dier loopt dus op drie poten. Dit is pijnlijk en bij aanraking of per ongelukt er toch op leunen door het dier zal je merken dat het pijnlijk is, let hierbij uiteraard op je eigen veiligheid.
Crepitatie is een term die wij gebruiken voor het knarsende geluid wat twee botdelen maken als de over elkaar het schuiven. Bij crepitatie is er altijd sprake van een breuk.
Door de achterpoten te strekken bij dieren kan je ook zien of er een lengteverschil is tussen de linker en rechter achterpoot. Bij een lengteverschil kan er sprake zijn van een breuk of een heup die uit de kom is bijvoorbeeld. Het beschadigde pootje zal dan korter zijn en minder of niet gebruikt worden.

Immobilisatie en pijnstilling
Wat kan of moet je doen voor een dier met een pijnlijk pootje als dierenhulpverlener? Vooral de ademhaling en slijmvliezen checken, als het manken door een val of aanrijding komt, kunnen er nog meer zaken mis zijn, die op dat moment wél levensbedreigend zijn. Probeer het dier zo min mogelijk te laten lopen en zorg voor een zachte en ruime ligplek. Het is het best als het beschadigde pootje op het lichaam ligt en het dier dus niet op het beschadigde pootje ligt. Een pootje verbinden waardoor het minder beweeglijk is of een extra bewegelijkheid (breuk) tijdelijk gestabiliseerd kan worden is fijn en zal minder pijn geven. Dit is dan een tijdelijke oplossing tot een dierenarts het dier heeft kunnen onderzoeken en een plan voor herstel gemaakt heeft.
Als het om een botbreuk gaat zal dit herstellen als de botdelen contact maken en ten opzichte van elkaar niet bewegen. In de regel zal een bot dan met zo’n 6 weken weer herstellen. De breukdelen hoeven niet 100% contact te maken om aan elkaar vast te groeien en ook al groeit een bot een beetje scheef aan elkaar, vaak redden dieren zich er dan prima mee. Dat komt omdat de meeste dieren met licht gebogen pootjes lopen, als er een klein hoogteverschil is tussen twee pootjes kan dat opgelost worden door één meer te buigen of juist strekken.
Als de breukdelen geen contact maken of te veel tov elkaar bewegen, zal de breuk niet herstellen en kan het nodig zijn om het ledemaat te amputeren. Vanaf de elleboog tot aan de teentjes en vanaf de knie tot de teentjes kunnen botbreuken vaak met een spalk genezen. Breuken van de bovenarm of het dijbeen zijn niet met een spalk te stabiliseren omdat er te veel dikke spieren overheen lopen. Hier is meestal een operatie voor nodig en zullen er schroeven, pinnen en/ of platen op gezet moeten worden.

Herstel
Met 6 weken zal een botbreuk dus herstellen mits de breukdelen contact maken en ten opzichte van elkaar niet bewegen. Een spalk wordt vaak na 2 weken verwisseld en zal dus als alles volgens plan geneest na 2x wisselen af mogen blijven. Een controle röntgenfoto kan uitsluitsel geven of het herstel volgens plan verloopt.
Als er pinnen, platen of schroeven in een dier geplaatst zijn, kunnen deze meestal blijven zitten en hoeven er alleen uitgehaald te worden als het dier er last van krijgt. Vroeger werd pijn nog wel eens ingezet om een beschadigd pootje rust te geven, gelukkig doen we dat niet meer. Er zijn andere manieren om een pootje minder te laten gebruiken en als er pijn aanwezig is, moet dit altijd bestreden worden.
Als een pootje zo ernstig beschadigd is dat het totaal niet meer te gebruiken is en/ of het dier heeft er veel las of pijn aan dan kan besloten worden tot amputatie. Dieren tot ongeveer 15 kg (kleine en middelgrote honden en katten dus) redden zich in de regel heel goed op drie pootjes. Ze moeten een paar weken wennen en hun nieuwe evenwicht vinden.
Bij zwaardere dieren zal het pootje wat overblijft overbelast kunnen raken na een amputatie, er moet te veel gewicht gedragen worden door het overgebleven pootje. Vaak kan een prothese dan uitkomt bieden, maar daar moet met de amputatie wel rekening mee gehouden worden, zodat er nog een botdeel achterblijft waar een prothese op kan aansluiten. Dan is overleg tussen de dierenarts en de othopeed die de prothese maakt voordat het pootje geamputeerd wordt.
Gelukkig is mank lopen dus zelden levensbedreigend, maar het kan wel zeer pijnlijk zijn en deze dieren zijn dus gebaat bij ondersteuning en pijnstilling.

Deze EHBO artikelen zijn geschreven door Piet voor het Vakblad Dierenhulpverlening van Stichting DierenLot, via deze link zijn de Vakbladen Dierenhulpverlening te lezen.