Onderkoeling bij dieren (Vakblad Dierenhulpverlening)

Helaas krijgen we er regelmatig mee te maken als dieren hulpverleners, een onderkoeld dier. Niet alle dieren die onderkoeld zijn halen het helaas, gelukkig zijn de kansen op herstel bij onderkoeling wel een stuk groter dan bij oververhitting bijvoorbeeld, mits je rekening houdt met de fysiologie van het onderkoelde lichaam.
Allereerst moeten we onderscheid maken tussen de homeotherme dieren (vogels en zoogdieren, ook wel “warmbloedigen” genoemd) en poikilotherme dieren (reptielen, amfibieën en vissen oa, ook wel koudbloedigen genoemd). Bij de homeotherme dieren zullen eerder problemen ontstaan bij een te lage temperatuur, als de kerntemperatuur een paar graden zakt zal de stofwisseling in gevaar komen, deze werkt bij “warmbloedigen” niet meer bij te lage temperaturen. Poikilotherme dieren hebben in de regel een grotere tolerantie voor een wisselende temperatuur, zeker als deze kortdurend is.

Symptomen onderkoeling
Eén van de eerste symptomen is rillen, rillen genereert veel warmte maar kost ook veel energie. De doorbloeding van de slijmvliezen en huid zal minder worden, deze zullen hierdoor dus bleker worden door vaatvernauwing. Door deze vaatvernauwing bij de uiteinden van het lichaam zal er meer warmte in de kern gehouden worden.
Onderkoelde dieren zijn ook slomer en trager, ook de hartslag en ademhaling zal trager dan normaal zijn. Bij verdere onderkoeling stop het rillen en kan een dier het bewustzijn verliezen en in een comateuze toestand komen om vervolgens te overlijden.
De meest betrouwbare parameter is uiteraard de kerntemperatuur meten met een rectale thermometer. We spreken van onderkoeling als de lichaamstemperatuur 2 graden lager dan normaal ligt, bij een temperatuur daling van 10 graden zal een dier het niet overleven zonder juist (medisch) handelen.
Een rillend dier waar geen ondertemperatuur te meten is moet uiteraard wel ondersteund aangezien het rillen slechts tijdelijke extra warmte geeft en veel energie kost.

Diersoort

Ademhaling/ min

Pols/ min

Temperatuur (°C)

Hond

10-30

60-120

38,0-39,0

Kat

20-40

120-180

38,5-39,0

Konijn

30-60

180-250

38,5-40,0

Cavia

40-100

240-300

37,2-39,5

Fret

30-40

180-250

37,8-40,0

Behandeling onderkoeld dier
Uiteraard eerst een dier uit de situatie halen waar hij of zij onderkoeld is geraakt dus naar binnen halen, uit de tocht of uit het water halen droog het dier zo veel mogelijk af, water geleidt warmte er goed en een natte vacht zal dus minder warmte vast kunnen houden.
Als dieren te snel opwarmen uit onderkoeling kan dit dodelijk aflopen, het koude bloed van de ledematen stroomt dan naar de kern met alle gevolgen vandien. Wrijven kan ditzelfde gevolg hebben, doe dat dus niet bij sterk onderkoelde of bewusteloze dieren.
Zorg dus eerst dat verdere afkoeling voorkomen wordt, pak het dier dan goed in dekens of handdoeken. Kleine dieren kunnen ook met onze lichaamswarmte deels opgewarmd worden, maar uiteindelijk moet hun eigen lichaamswarmte de opwarming doen, dus goede isolatie is belangrijker dan lichaamswarmte van ons. Als een dier bij bewustzijn is, laat het dier dan water drinken en een beetje eten, dit water en eten mag wat opgewarmd zijn.
Als er een dierenkliniek in de buurt is kan een intraveneus infuus met verwarmde inhoud ook het dier ondersteunen om weer op temperatuur te komen en de energiereserves aan te vullen. Pas op met kruiken of flessen met warm water bij onderkoelde dieren plaatsen, hierdoor kan de opwarming ook te snel gaan met verder onderkoeling tot gevolg. Het plaatsen van een onderkoeld dier in een couveuse kan evt. wel mits de temperatuur niet te hoog is. Bij volwassen dieren zal
Bij langdurige en ernstige onderkoeling kan vertikefibrilatie en uiteindelijk een hartstilstand plaatsvinden, in sommige gevallen is reanimatie icm verdere afkoeling voorkomen dan succesvol.

Bevriezing
In het geval van onderkoeling zullen de bloedvaten in de ledematen, huid en slijmvliezen samentrekken om warmte te besparen. Als tenen hierdoor te lang onderkoeld zijn kunnen deze afsterven en moeten deze evt. door een dierenarts geamputeerd worden. Hou dit dus goed in de gaten bij dieren die onderkoeld zijn geweest.

Voorkomen onderkoeling
Het voorkomen van onderkoeling is van levensbelang, net als het herkennen ervan in een vroeg stadium. Een rillend dier is dus altijd reden tot zorg, dit is een noodgreep van het lichaam om de temperatuur op peil te houden maar is maar tijdelijk vol te houden. Bij een natte vacht, zeker in combinatie met een sterke wind bestaat er de kans op onderkoeling. Deze kans is bij kleine dieren groter dan bij grotere dieren. Gelukkig hebben de meeste warmbloedigen een goede vacht of verenkleed, die mits hij droog is, een goede isolatie geeft om het lichaam op temperatuur te houden. Buiten gehouden dieren moeten altijd een schuilplek hebben tegen de elementen, waar ze droog en uit de wind kunnen zijn vind ik.

Deze EHBO artikelen zijn geschreven door Piet voor het Vakblad Dierenhulpverlening van Stichting DierenLot, via deze link zijn de Vakbladen Dierenhulpverlening te lezen.