Vissen (Vakblad Dierenhulpverlening)
EHBO bij vissen. Als dierenopvang of dierenambulance zal er bijvoorbeeld bij een ontruiming wel eens een aquarium met vissen aangetroffen worden. Waar moet je op letten en rekening mee houden bij zo’n (tijdelijke) opvang? Hoe kan je zorgen dat de vissen het vervoer en de verplaatsing overleven en hoe herken je een zieke vis? Dierenarts Piet Hellemans geeft tips.
Voor je aan de slag gaat met het vervoeren en/of verzorgen van vissen, is het belangrijk te weten hoe de anatomie en de fysiologie van de dieren in elkaar steekt.
Anatomie: De meeste vissen hebben een zwemblaas. Dit is een gasgevulde ruimte in hun lichaam waardoor hun drijfvermogen geregeld wordt. Daarnaast hebben ze uiteraard kieuwen om de zuurstof uit het water te halen en ze hebben een niet verhoornde huid.
De huid van zoogdieren en vogels is wél verhoornd en vormt hierdoor een barriere met de omgeving, water en in-water-opgeloste stoffen kunnen door een verhoornde huid niet opgenomen of uitgescheiden worden. Omdat bij vissen hun huid niet verhoornd is, zullen zij wel water en in het water opgeloste stoffen (evt. hun eigen ook afvalstoffen) opnemen via hun huid.
Vissen hebben hun hart tussen de kaaktakken liggen en hebben een enkelvoudige bloedsomloop.
Fysiologie: Vissen worden koudbloedig genoemd, al is dit niet helemaal correct. Vissen (en amfibieën en reptielen) zijn poikilotherm; dat betekent dat ze zelf niet actief hun lichaamstemperatuur op peil houden, en dat bij hogere temperaturen hun metabolisme sneller gaat dan bij lagere temperaturen. Ze geven veel afvalstoffen af door hun huid en kieuwen en zullen deze ook weer opnemen bij een slechte waterkwaliteit.
Als de afvalstoffen die vissen produceren niet door een filtersysteem gereinigd worden, dan zullen deze afvalstoffen stapelen en zullen de vissen deze opnemen en zichtzalf vergiftigen.
Typen aquaria en vijvers
Als je als dierenhulpverlener met een aquarium geconfronteerd wordt is het allereerst zaak in te schatten wat het soort aquarium is waarmee je te maken hebt. Er zijn een paar types te onderscheiden die allemaal een eigen benadering nodig hebben.
Koudwater
Typisch hiervoor zijn de goudvissen en de vele kweekvarianten hierop; er zit geen verwarmingselement in het systeem en water is kamertemperatuur. Dit zijn in de regel sterke vissen die vrij makkelijk vervoerd kunnen worden en die veranderingen in waterkwaliteit, een slechte waterkwaliteit en temperatuurschommelingen redelijk aankunnen.
Tropisch zoetwater
Hier zit wel een verwarmingselement in en dit zijn vaak kleinere en kleurrijkere vissen dan bij een koudwater aquarium. Ook dit zijn in de regel sterke vissen die vrij makkelijk vervoerd kunnen worden en die veranderingen in waterkwaliteit, een slechte waterkwaliteit en temperatuurschommelingen redelijk aankunnen. Tropisch zoetwater is in de natuur ook vaak onderhevig aan schommelingen in kwaliteit en temperatuur door droge en natte seizoenen.
Tropisch zoutwater
Hier zitten naast een verwarmingselement ook eiwitafschuimers en erg veel ondersteunende apparaten bij (als het goed is). Vaak zijn deze systemen meteen te herkennen aan koralen, anemonen en zeer kleurrijke vissen. Tropische koraalriffen zijn één van de meest stabiele (en daardoor ook gevoelige) ecosystemen op onze planeet en deze dieren kunnen dus bij de minste verandering in temperatuur of waterkwaliteit al ziek worden of doorgaan. Een tropisch zoutwatersysteem kun je pas ontkoppelen of verplaatsen als er een tropisch zoutwaterexpert bij betrokken is.
Vijver
Meestal gaat het hier om goudvissen of koi. Een koivijver heeft meestal geen bodembedekking of planten en zal naast het filter ook een eiwitafschuimer en eventueel verwarming hebben voor het systeem. Bij een koisysteem is het ook verstandig een expert erbij te halen voordat er iets losgekoppeld of gevangen wordt. Een vijver met goudvissen, waterplanten en bodembedekking is een stuk minder gevoelig dan een koivijver en de vissen kunnen indien nodig zelf verplaatst worden.
Vervoer en ondersteuning
EHBO bij vissen. Vervoer vissen altijd in hun eigen water en in een speciale vervoerzak voor vissen, die voor ⅓ met lucht gevuld moet zijn. Voorkom bij tropische vissen afkoeling door de vervoerzak in kranten of piepschuimbakken te plaatsen. Vervoer vissen nooit in een aquarium of in een emmer of teiltje, het klotsen van het water kan zenuwschade veroorzaken. Neem ook altijd het aquarium en zo veel mogelijk van het originele aquariumwater mee in schone emmers. Slechte waterkwaliteit is schadelijk voor vissen, maar een plotselinge verandering van waterkwaliteit is nog veel gevaarlijker – ook al is deze verandering een verbetering! Het verbeteren van het zwemwater moet dus geleidelijk gebeuren.
Plaats een aquarium nooit in direct zonlicht, vlakbij een radiator of op een plek waar veel langsgelopen wordt i.v.m. de trillingen. Na verplaatsing kan het aquarium weer gevuld worden, bij voorkeur dus met het originele water, aangevuld met kraanwater. Als het filter draait en het water weer doorzichtig wordt, kunnen de vissen in de zak in het aquarium gehangen worden. Laat ze zo’n twintig minuten op temperatuur komen en doe vervolgens een kopje aquariumwater in de zak erbij. Doe dit om de tien minuten tot de zak bijna vol is, dan kunnen de vissen voorzichtig in het aquarium losgelaten worden.
Ziekten
Net als zoogdieren en vogels kunnen vissen ook ziek worden door virussen, bacteriën, schimmels, parasieten en tumoren. Hieronder enkele veel voorkomende kwalen die bij vissen kunnen voorkomen:
Virussen
Het Koi Herpes Virus (KHV) kan veel sterfte veroorzaken. Door kieuwschade hebben de vissen moeite met zuurstof opnemen. Helaas zijn er geen geneesmiddelen tegen dit virus, infectie voorkomen is het belangrijkst.
Bacteriën
Vinrot, buikwaterzucht en zwemblaasontsteking zijn veel voorkomende bacteriële problemen bij vissen. Deze kunnen behandeld wordt door antibiotica in het water op te lossen of de aangedane vis te injecteren met antibiotica.Vaak is het bacteriële probleem een gevolg van een verminderde weerstand door stress (slechte waterkwaliteit of overbevolking) en moet er dus meer aangepakt worden dan alleen de bacteriële infectie.
Schimmels
Beschadigingen van de huid of vinnen bij vissen kunnen door schimmels geïnfecteerd raken, er ontstaat dan een soort wollig laagje over de aangetaste huid of vinnen. Met een wattenstaafje met waterstofperoxide oplossing van 2% kan de schimmel er voorzichtig afgehaald worden; de huid wordt op die manier direct ontsmet. Bij hardnekkige schimmels moeten de schimmelplekken ook met antischimmelmiddel aangestipt worden (Itrafungol bijvoorbeeld).
Parasieten
Witte stip, karperluis en maagdarmwormen zijn veel voorkomende parasieten bij vissen. Bij witte stip zullen de vissen veel schuren aan de bodem met huidbeschadigingen tot gevolg. Per parasiet zijn er bestrijdingsmogelijkheden, maar ook hierbij speelt stress vaak een grote rol, dus naast het behandelen van de parasieten moet er ook goed gekeken worden naar de waterkwaliteit en het systeem.
Tumoren
Met name de goudviskweekvormen met extreem grote ogen of bolle buiken en lange vinnen en staarten kunnen gemakkelijk (goedaardige) tumoren ontwikkelen. Vaak zijn dit gesteelde bulten die uit het lichaam of de kop groeien. Als deze tumoren zo groot worden dat de vissen niet meer goed kunnen eten of scheef in het water hangen, dan kunnen deze weggesneden worden door een dierenarts.
Management
De verzorging van vissen is eigenlijk vrij simpel, het belangrijkste is een goede stabiele waterkwaliteit waarborgen, stress (bijvoorbeeld door overbevolking) voorkomen en vooral niet te veel te voeren.
Afhankelijk van hoeveel vissen er in een aquarium zitten en hoeveel er gevoerd wordt, moet het water regelmatig ververst worden en het filter uitgewassen. Vuistregel voor het water verversen is ⅓ van het water elke week vervangen, zeker als het water van slechte kwaliteit is, zal hierdoor met een paar weken (geleidelijk dus) het water goed zijn voor de meeste vissen. Vul nooit alleen het verdampte water bij, maar ververs ¼ tot ⅓ van het water door het te vervangen. Indien men alleen het verdampte water bijvult kan er een dode-zee-effect ontstaan; het water verdampt maar de zouten en afvalstoffen blijven achter, een aquarium of vijver zal zo dus steeds zouter worden met meer afvalstoffen in het water.
Zorg dat de temperatuur van het water stabiel is en past bij de soorten die in het systeem leven. Voer nooit meer dan de vissen in vijf minuten kunnen opeten. Alles wat er meer dan dit gevoerd wordt, zal naar de bodem afzinken en uit elkaar vallen waardoor de waterkwaliteit verslechtert.
Waaraan herken je een zieke vis?
EHBO bij vissen. Vissen kunnen om allerlei redenen afwijkend gedrag vertonen, enkele voorbeelden zijn:
1. Sloomheid: liggen of de bodem of amper bewegen; dit kan komen door uitputting of een slechte waterkwaliteit.
2. Luchthappen: dit zien we bij een zuurstoftekort in het water of een infectie van kieuwparasieten.
3. Afwijkende houding of zwemrichting in het water of schuren op de bodem: dit komt voor bij zwemblaasontstekingen en huidparasieten.
4. Vermagering: dit kan door ondervoeding maar ook door overbevolking van het aquarium (stress) ontstaan.
5. Uit de bak springen: overbevolking of slechte waterkwaliteit.
6. Beschadigingen aan de huid en vinnen: dit kan veroorzaakt worden door parasieten, schimmels, bacteriën, virussen en tumoren.
Deze EHBO artikelen zijn geschreven door Piet voor het Vakblad Dierenhulpverlening van Stichting DierenLot, via deze link zijn de Vakbladen Dierenhulpverlening te lezen.